Treurig verhaal

Daar hadden Bob en ik dus even niet aan gedacht. Een nieuwe intelligente lockdown. Weer strengere corona maatregelen. Dat maakte ons plots voetbalvaders zonder speelveld. Een streep door onze observaties vanaf de zijlijn. Een streep door onze eventuele wonderlijke belevenissen van achter een omheining.  

Het valt eerlijk gezegd niet mee om in deze tijden voetbalvader te zijn (en daar stukjes over te schrijven). Natuurlijk, er zijn vele ergere dingen. Ik zie heus alles in het juiste perspectief. Maar die uurtjes naast het veld (toch al gauw zo’n vier per week) waren veel méér dan het aanschouwen van het spelplezier van mijn zoon. Die uurtjes waren ook míjn uurtjes. Lekker buiten zijn. Uurtjes ‘onder de mensen’. Voor mij is voetbalvader meer dan ‘voetbal’ en ‘vader’ zijn. 

Het is ook: even een grap met Erik en even besmuikt lachen met Michael over een tafereel op het veld. Het is ook: met Michiel tot de ontdekking komen dat onze vaders in hetzelfde peloton hebben gefietst en tips van Harold krijgen over Europese aanbestedingen. 

Dat mis ik. 

En andere ouders ook, blijkbaar. Want direct na de aankondiging van de maatregel en vlak voor de een na laatste uitwedstrijd, werden er kinderen geronseld bij het leven. Met twee of meer kinderen op de achterbank was je namelijk verzekerd van toegang tot het sportpark als rij-ouder. Maar eenmaal daar voelde het als een soort laatste avondmaal (en het vertoonde spel had ook bar weinig smaak). Aan de overkant, tussen de bomen en bosjes langs de openbare weg, stonden de ouders van de thuisploeg te kijken hoe wij zuinig genoten van nog één keer voetbal.

Daarna was het al snel voorbij.

Geen ouders meer langs de lijn. Alleen nog wegbrengen, ophalen en hopen dat het uithijgende kind op de autostoel naast je meer dan één woord (meestal ‘goed’) gebruikt om te antwoorden op de vraag hoe de training was. Maar meestal krijg niet meer. Je zwaait eens naar een andere ouder op de parkeerplaats en heel soms, met een beetje mazzel, ben je iets te vroeg en wacht je bij het hek om dan toch in ieder geval het geluid van een partijtje op te vangen. En heel soms komt er dan een andere ouder naast je staan en is er een praatje. Kort, maar een beetje als vanouds.

Is het vol te houden? Natuurlijk. Maar ongemerkt sta ik wel steeds wat vroeger bij dat hek. Dan rij ik iets eerder weg van huis, want misschien doe ik er wel wat langer over dan normaal (wat natuurlijk nooit zo is). En op woensdag, via de andere kant, kan ik ook nog eens een blik werpen op het veld. 

Tja. 

Een voetbalvader zonder een speelveld; dat is eigenlijk een treurig verhaal.

Geschreven voor de rubriek ‘Voetbalvaders’ in VDZ-clubblad De Volharder.